In het North District van Hongkong vindt je Chinese ommuurde dorpjes die honderden jaren oud zijn, op slechts enkele minuten van de naoorlogse hoge woonwijken. Hier, langs de grens met het Chinese vasteland, verschuift het landschap van een stedelijke naar een kleine stad, en dan naar landelijk. Het hectische tempo van het stadsleven in Hongkong vertraagt. Minibusroutes slingeren zich langs weggetjes waar boeren aardbeien, sla, waterkers en taro oogsten. Steile groene bergen omsluiten weelderige valleien die ooit veel van het voedsel van Hongkong produceerden.

Hoewel het grootste deel van het district toegankelijk is via de MTR en het uitstekende openbare busnetwerk van Hongkong, is dit een gebied dat vooral de moeite waard is om te voet te verkennen. Er zijn wegen en paden voor alle soorten en niveaus van wandelen, of je nu liever van dorp naar dorp slentert, of een uitdagende wandeling maakt langs ruige heuveltoppen in een landschapspark.

Tijdens de Britse koloniale tijd van Hongkong was het North District een belangrijke post voor politie en ambtenaren, omdat het zo dicht bij de grens lag. Terwijl de meeste bezoekers van Hongkong op zoek zijn naar koloniale gebouwen in Central, zijn er net zoveel overblijfselen van het Britse erfgoed van de stad te ontdekken in de uitgestrektheid van de twee belangrijkste steden van het district, Fanling en Sheung Shui: magistraten, politiebureaus, ambtenarenverblijven en militaire kampen die dateren uit het begin van de vorige eeuw.

Dit is een district dat snelle veranderingen ondergaat, en je hoeft alleen maar naar die golvende bergtoppen te kijken om te zien waarom. De wolkenkrabbers van Shenzhen, en zijn 23 miljoen mensen, liggen op een steenworp afstand. Overal ontspruiten bouwkranen, en nieuwe snelwegprojecten zijn in volle gang. Toch blijft het North District een plek waar je jezelf vaak moet knijpen om eraan herinnerd te worden dat je nog steeds in Hongkong bent.